Einde van de wellustigheden
Toen ik op een avond in mijn bedje kroop
En mijn slanke deerne tegen mij aandrukte
Tussendoor een beetje aan mijn leuter rukte
En onderwijl uit een megafles whisky zoop
Had ik behoefte om iets anders aan te gaan
Geen vulgariteiten meer, geen travestieten,
Geen rare dingen meer met een banaan
Alleen Bach kon mij nog doen genieten…
Ik begon te lezen in een intelligent boek
Zette een goedkope leesbril op mijn rode neus
Keek van toen af aan volslagen serieus
Terwijl mijn vrouws geilheid van de muren droop.
Van dag één op dag twee was ik bekeerd
De seksuele lusten mochten niet langer botvieren
Mijn vrouw heb ik sindsdien nimmer meer begeerd
Op het ritme van het koninkrijk der dieren.
Liefkozingen kenden in mijn huis geen plaats
Deed ik niets, dan was er ook geen schade,
Alleen sloeg ik mijn dame tweewekelijks gade
Bij het rijden van haar zoveelste scheve schaats.